25/11/21
blog-profile Willeke Kweens

Nieuw huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018

Wanneer u voor 1 januari 2018 in het huwelijk trad of een geregistreerd partnerschap aanging en u maakte niet de gang naar de notaris om huwelijkse voorwaarden danwel partnerschapsvoorwaarden te maken, dan ontstond er – bij huwelijk – een zogenaamde ‘algehele gemeenschap van goederen’. De bezittingen van de partners pre huwelijk maakten daardoor onderdeel uit van die gemeenschap. Zeg maar: de één pot gedachte. Deze wettelijke regeling liep niet in de pas met hetgeen gebruikelijk is in de ons omringende (en andere ) landen. Per 1 januari 2018 is het echter anders.

Wanneer men gehuwd is op of na 1 januari 2018, dan is er nog steeds sprake van een (beperkte) gemeenschap van goederen als men niet voorafgaand daaraan huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden heeft gemaakt. Echter, het vermogen dat ieder van de partners had bij het aangaan van het huwelijk blijft privé en valt dus niet in enige gemeenschap. Dat geldt ook voor erfenissen of schenkingen. Onder het oude huwelijksvermogensregime van vòòr 1 januari 2018, viel een erfenis of een schenking in de gemeenschap, tenzij de erflater of schenker had bepaald dat hetgeen hij/zij naliet of had geschonken, niet zou vallen in enige gemeenschap. Dat laatste is per 1 januari 2018, ook heel anders geworden. Voor een, op of na 1 januari 2018 gesloten huwelijk, geldt op het punt van schenkingen en nalatenschappen het volgende: dit behoort tot het privévermogen van degene die in die nalatenschap is opgekomen of de schenking heeft gekregen. De erfenis of schenking valt nu slechts in de gemeenschap wanneer de erflater of de schenker heeft uitdrukkelijk heeft bepaald.

Als zo vaak, leidt nieuwe regelgeving weer tot consequenties die misschien wat minder voor de hand lagen of voorzien waren. Stel: pre huwelijk hebben de aanstaande echtelieden een woning in mede eigendom (zij hebben samengewoond), maar niet op basis van 50/50 maar bijvoorbeeld 30/70 en misschien is op basis daarvan ook (en in die verhouding) een (hypothecaire) lening aangegaan. Wat zijn dan de consequenties van het huwelijk: het huwelijk leidt er ineens toe dat de – alsdan – echtelieden op basis van 50/50 gerechtigd zijn tot die woning en ook conform de hypothecaire schuld moeten dragen. Zo maar een vermogensverschuiving waar men niet op bedacht was.

Bent u ondernemer en exploiteert u pre huwelijk een eenmanszaak en bent u op of na 1 januari 2018 gehuwd en valt dus de onderneming buiten de beperkte gemeenschap, dan wil dat niet zeggen dat het daarmee financieel gedaan is. Immers, de wet voorziet er thans in dat de ondernemer/partner aan de gemeenschap een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid van de ondernemer/partner/eenmanszaak aan die gemeenschap moet betalen, tenzij een dergelijke vergoeding al aan de beide partners ten goede is gekomen. Winsten dus oppotten, kan betekenen dat bij scheiding alsnog (voor een deel) hierover moet worden afgerekend.

De wetgever heeft er bewust voor gekozen om met zogenaamde ‘open normen’ te werken. In de loop van de tijd zullen die normen in de rechtspraak verder worden ontwikkeld. Het zal dus nog wel even duren voordat daar helderheid over bestaat. Immers, men moet op of na 1 januari 2018 zonder het maken van huwelijkse voorwaarden met elkander gehuwd zijn, men moet inmiddels gescheiden zijn en de discussie hebben laten beslechten door een rechter. Eerst dan komt er jurisprudentie vrij en wordt duidelijk hoe een en ander in de praktijk zal worden ingevuld. Dan bestaat er ook nog de mogelijkheid om van zaken in hoger beroep of in cassatie te komen. Dat betekent dus dat, voordat onze hoogste civiele rechter, de Hoge Raad, hier oordelen over heeft gegeven, wij vele jaren verder zijn. Ook op het punt van het dragen van schulden, verandert er het een en ander ten opzichte van het oude systeem. Wilt u daar meer over weten: bel even.


Opzoek naar een
ervaren mediator?

Tijdens een mediation is er veel meer ruimte om te werken aan de onderlinge communicatie.